top of page
Foto van schrijverMarnix van Bruggen

Vraag: Wanneer praat ik met mijn kinderen over opvolging in het familiebedrijf?

Regelmatig krijg ik de vraag wat een goed moment is om met kinderen in gesprek te gaan over opvolging in het familiebedrijf. Nog vaker wordt de vraag niet expliciet gesteld, maar 'gaat het langzamerhand vanzelf die kant op.'

Het meisje op de foto is uiteraard nog te jong om over opvolging na te denken. En toch...


Of je kinderen het bedrijf mogen overnemen of jou of jullie mogen opvolgen in het bedrijf, heeft ongelofelijk veel met hun identiteitsvorming te maken. Je identiteit (je 'zelf') wordt gevormd door talloze interacties met de omgeving. Een omgeving die in het begin vooral uit ouders en eventuele brusjes (broers en zussen) bestaat, en steeds complexer wordt (juf, klasgenoten, sportclub, leraren, politie(..) en andere gezagsdragers etc. etc.


Hierover schreef ik een artikelenserie op mijn blog tussenIkenJij.nl een serie: hoe word(t) je ik?


Als ouders dromen hebben over hun kind of zelfs doelstellingen (iets wat ze willen bereiken) is het belangrijk daar open over te zijn. Het geeft het kind de duidelijkheid die nodig is om te begrijpen hoe ouders reageren. Voor ieder mens is autonomie van levensbelang. De beruchte/befaamde peuterpuberteit en de latere puberteit laten zien hoe het kind 'oefent' aan de wereld om te ontdekken wie hij/zij zelf is.

Maar wat is nu een goed moment om over opvolging in het familiebedrijf te praten?

Of je nu wil vertellen dat het kind het juist níet moet doen, of dat je het juist héél graag wilt, het is belangrijk het kind vooral te laten weten dat het zelf een keuze mag maken op een gepaste leeftijd. Vragen aan een kind van 13 die net meedraait in zaterdagbaantjes of hij wil opvolgen is een niet leeftijdsadequate vraag. Trouwens: veel potentiële opvolgers lopen er hun leven lang tegenaan dat de omgeving al uitgaat van een gewenste opvolging. Nog voor het kind weet wie hij/zij zelf écht is, wordt er al een stempel op gedrukt: "jij gaat vast in de voetsporen van je vader verder". Of: "je hebt maar geluk dat je zo'n kans krijgt zeg!"


In het kort is er dit te zeggen over deze vraag (op basis van zowel theorie, onderzoeken als ook praktijkervaring):

  1. Laat het kind altijd en heel vaak weten dat het zelf verantwoordelijk is voor zijn/haar leven en zelf mag kiezen, passend bij de leeftijd.

  2. Vertel je dromen/verwachtingen expliciet. Kinderen zoeken naar wegen om aan hun ouders te 'geven'. Dat moet wel passend-geven zijn. Vertel er dus bij dat je het liefst wil dat het kind zelf mag beslissen, ook als dat keuzes oplevert die de ouders hun droom afneemt. Dat klinkt als een tegenstelling, maar juist door dit te benoemen weet het kind duidelijker waar het aan toe is. Overigens: lang niet alle ouders lukt het om te zeggen (en ook écht te menen) dat hun kind écht zelf mag kiezen. Het verhaal van Jort en zijn vader in de verhalen uit de genoemde artikelenserie (hoe word(t) je ik? ) laat zien hoe het mis kan gaan.

  3. Geef het kind zélfs als jullie beiden graag samen willen werken de opdracht om minimaal een aantal jaren ergens anders te werken om daar werkervaring op te doen én zichzelf in zo'n omgeving te leren kennen. Als pas daarná van echte toetredingsstappen sprake is, geeft dat een veel grotere kans op een succesvolle overdracht.

  4. Laat je kind zelf een verlangen ontwikkelen. Het blijkt namelijk uit onderzoek dat een aandringend opvolger een veel grotere kans op succesvolle bedrijfsoverdracht oplevert dan een trekkende overdrager.


In gesprek over dit onderwerp? Remember is gespecialiseerd in de relationele (familiale) kant van bedrijfsopvolging en managementsamenwerking.

37 weergaven0 opmerkingen

Commentaires


bottom of page